Tagarchief: vogels

Verhalenslang 8/25

(De eerste zin van dit verhaal was de laatste van het vorige verhaal. Beide verhalen hebben niets met elkaar te maken)

Hij slikt moeizaam. Hij probeert iets te zeggen maar die poging eindigt in een jammerlijke  hoestbui. Ze helpt hem wat rechtop te zitten en schudt zijn kussen op. Na een slokje water wordt hij weer wat rustiger. Ze legt haar hand onderzoekend op zijn gloeiende voorhoofd en zegt: “Ik ga eerst de jongens uit school halen, ben zo terug. Blijf liggen waar je ligt hè!” Hij wil nog protesteren maar ze is al naar beneden. Hij draait zich kreunend om.

Tussen de linnenkast en het zijraam staat een man naar hem te zwaaien. Een man met wijde kleren, een hoofdband en een zwarte lap voor zijn rechteroog. Een piraat? Wat doet die nou hier? Hé joh, ga weg! De piraat lacht naar hem en wenkt hem te volgen. Op zijn zwabberbenen gaat hij mee. O wacht! Ze zitten natuurlijk op een schip, vandaar die golvende bewegingen. De piraat slaat een hoek om. Hij volgt braaf. Maar om de hoek zijn drie deuren en geen  piraat meer te zien.

Voorzichtig opent hij de eerste deur. Hij staat buiten, waar het direct flink begint te waaien. Hij voelt de wind langs zijn lichaam strijken. Er vliegen vogels vlak langs zijn gezicht. Witte vogels. Grote witte vogels. Groot en toch zacht. Hij kan ze zomaar uit de lucht plukken. Ze wegen niets en hij verfrommelt ze tot een prop.

Achter zich ziet hij de tweede deur. Snel trekt hij hem open alsof hij dat wat zich er achter bevindt  wil laten schrikken. Maar de enige die schrikt is hijzelf. De grond is bezaaid met gele ballen maar als hij er overheen loopt springen ze open en laten een spoor van bijtende vloeistof achter zich. En koud zijn ze ook. Zo koud. De kou trekt door zijn hele lichaam. Hij wil zijn handen in zijn zakken doen maar kan de zakken niet vinden. Hij wil haar bellen om te vragen waar de handschoenen liggen maar is haar naam vergeten. Achteruit lopend verlaat hij de kamer.

Bibberend duwt hij de derde deur open. Dit is beter. Lekker warm hier. Er staan zes tafels en op elke tafel staan 20 kopjes dampende thee. En kaarsen. Overal brandende kaarsen. Met flikkerende vlammetjes die er voor zorgen dat alles om hem heen beweegt. Zijn kleren van gisteren, de gordijnen, de linnenkast waar zijn ochtendjas aan hangt. Kijk uit met die wapperende gordijnen! Het wordt nu wel erg warm. Moet er niet een raam open. Hij stikt! Het zweet gutst van hem af. Hij wil gillen maar zijn stem doet het nog steeds niet.

Opeens staan er twee kleine mannen naast hem. Wat willen ze van hem? Ze willen hem pakken! Ontvoeren misschien wel! Ga weg! Zijn kleine mannen niet veel gevaarlijker dan grote?! Weg! Weg!!

Dan voelt hij weer haar koele hand op zijn voorhoofd. “Wat doe je toch allemaal? Er liggen overal zakdoekjes, je ligt met je voeten buiten je dekbed, te transpireren als een gek en je doet lelijk tegen de jongens! Ik ga nu de dokter bellen!”

Genegenheid voor zw

Er zijn mensen die een voorkeur hebben voor een bepaalde letter. Zij noemen hun kinderen Jan, Joke, Jaap, Jopie en Jacoba. De hond heet Joker en ze hebben een tatoeage van vijf in elkaar gevlochten J’s. Jottem!

Ongeveer zo ben ik dol op woorden die beginnen met zw. Zwoel. Zwanger. Zwichten. Zwachtel. Zwelgje (als u begrijpt wat ik bedoel). Zwerkbal (met Harry). Zwavelstokjes (van dat sneue meiske). Zwieren en zwaaien. Zweven en zwermen. Daar moest ik opeens aan denken toen ik dit zag:

zwerm vogels

Zo’n reusachtige zwerm vogels die maar heerlijk met elkaar zweven en zwieren. Wat een mooi leven! Hoe dit precies werkt weet ik niet maar ik stel me zo voor dat helemaal vooraan een leider vliegt. Met een geel petje op. Hij bepaalt het tempo en de richting. ‘Fuut’ betekent linksaf, ‘Fuutfuut’ rechtsaf en ‘Futerdefuut’ betekent een salto. Iedereen volgt hem blindelings. Zonder elkaar maar met één vlerkje te raken. Niemand botst, niemand duwt of trekt, niemand valt uit die hechte groep naar beneden. Wij mensen kunnen nog niet eens vlekkeloos langs elkaar heen lopen in een drukke winkelstraat. En dan is er pauze:

vogels op een draad

Kilometers verlengsnoer in de lucht maar nee, gezellig naast elkaar op hetzelfde stukje. Vaak op bijna precies gelijke afstand van elkaar. De pootjes gekromd om het smalle snoer. Zonder omkukelen. Zelfs als de kabels heen en weer zwiepen zitten ze heerlijk wat te zwabberen en te zwengelen. Ik heb er een zwak voor.

Nestdrang

Het hebben van nestdrang is een eigenschap die doorgaans wordt toegedicht aan vogels en aan zwangere vrouwen. Het gaat immers om de drang een warm en behaaglijk nestje te willen klaarmaken voor de binnenkort arriverende kuikens. Nu ben ik geen van beiden maar ik heb toch ieder voorjaar last van een dergelijk gevoel; een frisse bezem door je huis, een veranderingetje hier, een ander kleurtje daar misschien. En volgens het grote aantal klanten in de woninginrichtingwinkel ben ik niet de enige. Ik verschans mij achter zo’n heerlijke stapel behangstalenboeken en vergaap mij aan de mooie patronen, bijpassende effen kleuren en bijpassende gordijnstoffen. Als ik dan ook nog zie hoe een dame zich op elegante wijze in bijpassende kleding op de bijpassende bank vlijt…kan ik alleen maar zuchten.

In de vloerenhoek is een stel al een tijdje bezig iets uit te zoeken. Zij wijst een voorkeur aan, hij sjouwt het vloerdeel onder het ‘juiste’ licht en springt er een paar keer flink op. Waarom doen mannen dat toch altijd? Kijken of ze sterker zijn? De gehorigheid testen? Maar springt hij thuis dan ook zo? De keuze is bepaald, het gewonnen vloerdeel wordt bij de gordijnstalen gelegd. Er wordt grootscheeps gerenoveerd daar. Beiden snuffelen tussen de rekken en tonen elkaar wat ze gevonden hebben. ‘Moet je wel even bij de vloer houden’ zegt zij en drapeert de stoffen bevallig over het nephout. Hij houdt zijn hoofd schuin en constateert dan veilig ‘Tja, dat kan’. Als hij zijn aanwinsten een voor een showt hoort hij ‘Onze bank is van een andere kleur groen hè’, ‘Denk jij dat die strepen het goed bij ons doen?’, ‘Vind je dit zelf ook niet een beetje opzichtig?’, ‘Hmmm, beetje saai.’, ‘Nee joh, veel te druk!’. Bij elke reactie hoor je het irritatieniveau oplopen.

Hij is duidelijk geërgerd maar heeft geen zin in ruzie dus zegt dapper ‘Oké, ik kijk nog even aan die kant van de winkel.’ Zij knikt, zichtbaar opgelucht. Ze maakt serieuze afwegingen tussen elke staal van haar voorkeur. Ze kijkt, vergelijkt, kijkt nog eens, vergelijkt nog eens en maakt een definitieve keuze. Dan realiseert zij zich opeens de afwezigheid van manlief en gaat op zoek, de winnende staal als een trofee mee dragend. ‘Kijk schat, dit wordt ‘m! Wat vind je…..wat doe jij nou?!’. ‘Niks’. ‘Sta jij nou te sms-en?!! Je zou toch helpen zoeken?!’ ‘Nee joh, ik dacht dat ik een bericht kreeg van werk’. ‘Je bent vrij vandaag! Of sta je soms lekker te CandyCrushen?!!’. ‘Neehee. Nou laat zien wat je hebt. O, die is mooi zeg!!!’

Ze laat zich inpakken en kiest voor de inrichting van hun nest, hij laat zich inpakken door haar beslissing over de keuzes voor hun nest. En ik? Ik ga tien liter verf halen in de kleur….. ‘Nest’.

nestdrang 2