Mijn telefoon staat al een paar nachten aan. Je weet maar nooit. Op 10 december om 4.15 uur gaat-ie! Op de tast zoek ik mijn bril. Die valt van het nachtkastje. Precies in mijn rechter pantoffel. Ik graai en grabbel. De telefoon blijft maar riedelen. Wie heeft dat riedeltje bedacht eigenlijk. Dan hebbes! Ik open de telefoon en heb direct je moeder aan de lijn: ‘Ze is er!!!’
Samen snotteren we wat af. Direct zo zielsblij met jou. Zo dankbaar dat alles goed gegaan is. Zo opnieuw overweldigend. Terwijl we het al maanden zagen aankomen toch weer zo compleet verwonderd. Zo logisch dat je Lieke heet. Het is koud op de rand van het bed maar tegelijkertijd ook warm. Ik heb slaap maar ben ook klaarwakker. ‘Tot straks’, roept je moeder.
Zo’n 10 uur oud ben je als ik je voor het eerst zie. Wat ben je klein! En mooi! En lief! En roze! En zacht! En wat ligt je moeder daar moe maar dapper te glimlachen van trots, blijdschap en geluk. Ik tel naar tevredenheid je vingertjes, bewonder je neusje en ben instant verliefd op je oortjes. Je muts zakt ondeugend over één oogje en ik smelt.
Je bent zo welkom. Welkom bij je grote zus Emma, die je voorlopig nog ‘die baby’ noemt, die je steeds lieve natte kusjes geeft, die veel te veel knutselwerkjes voor je maakt, die met doekjes je toet poetst ook als er niets te poetsen valt… Welkom in je ouderlijk huis, in je eigen kamertje met het schattige luchtballonnenbehang. Luchtballonnen die je mee op reis nemen, op avonturen, op weg door het leven dat uitgestrekt voor je ligt. Maar je bent bovenal welkom in mijn hart. Vlieg, reis, zweef en beleef, ontdek en geniet, haal eruit wat erin zit en word gelukkig, lieve Lieke.